Beklimming Kilimanjaro 12-18 juni 2013
Op 12 juni 2013 begon voor ons de beklimming. We hadden gekozen voor de Rongai route, omdat dit een van de rustigste routes is van de zes mogelijkheden. Deze loopt vanaf de noordoostkant (bij de grens met Kenia) en de afdaling gaat via de Marangu route, naar de zuidkant van de Kilimanjaro. Een bijkomend voordeel is dus dat je op die manier twee zijden van de berg ziet.
In totaal blijkt onze 'crew', ons begeleidingsteam, te bestaan uit niet minder dan 29 personen: 3 gidsen, een kok en 25 anderen, die alle spullen dragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overnachtingstentjes voor ons en de gidsen, maar ook de eettent, een grote tent waarin de dragers zelf slapen, kooktoestellen, stoeltjes, matrasjes, eten voor een week, pannen, borden, thermoskannen, jerrycans
enzovoorts.
In totaal blijkt onze 'crew', ons begeleidingsteam, te bestaan uit niet minder dan 29 personen: 3 gidsen, een kok en 25 anderen, die alle spullen dragen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de overnachtingstentjes voor ons en de gidsen, maar ook de eettent, een grote tent waarin de dragers zelf slapen, kooktoestellen, stoeltjes, matrasjes, eten voor een week, pannen, borden, thermoskannen, jerrycans
enzovoorts.
Dag 1
Na een flinke busrit en de verplichte registratie vertrekken we tegen 14.00 uur voor de eerste, korte etappe. Deze loopt van de 'Rongai-gate' op 1.950 m hoogte naar 2.700 m. We beginnen door een bosgebied met cypressen, af en toe onderbroken door een paar akkertjes met maïs. We zien onderweg enkele zwart-witte Colobusapen in de bomen. Het pad is goed te doen, niet steil, rustig, af en toe horen we vogels. Na een kleine 3 uur bereiken we het eerste kamp. De tenten staan al opgezet, we krijgen wat te drinken en warm water en zeep om ons op te frissen.
Het eten is verbazingwekkend goed verzorgd en dat blijft de rest van de klim zo. We krijgen soep vooraf, een saus met vis en tomaat, gekookte aardappels en salade, vers fruit toe en koffie of thee.
Na een flinke busrit en de verplichte registratie vertrekken we tegen 14.00 uur voor de eerste, korte etappe. Deze loopt van de 'Rongai-gate' op 1.950 m hoogte naar 2.700 m. We beginnen door een bosgebied met cypressen, af en toe onderbroken door een paar akkertjes met maïs. We zien onderweg enkele zwart-witte Colobusapen in de bomen. Het pad is goed te doen, niet steil, rustig, af en toe horen we vogels. Na een kleine 3 uur bereiken we het eerste kamp. De tenten staan al opgezet, we krijgen wat te drinken en warm water en zeep om ons op te frissen.
Het eten is verbazingwekkend goed verzorgd en dat blijft de rest van de klim zo. We krijgen soep vooraf, een saus met vis en tomaat, gekookte aardappels en salade, vers fruit toe en koffie of thee.
Dag 2
We zien na het opstaan in het ochtendzonnetje voor het eerst Mawenzi Peak (met 5.149 m hoogte de op twee na hoogste top in Afrika), welke richting we eerst opgaan, en ook de besneeuwde top van 'De Kili'. We stijgen deze ochtend naar 3.450 meter, naar Second Cave Camp, waar we ruim vier uur over doen. Soms gaat het even een stukje wat steiler, maar steeds prima te doen. We krijgen zelfs een
deels warme lunch, met soep, rauwkost, brood, kaas e.d. Na een zeer relaxte middag met lezen, luisteren naar de MP3-speler e.d. en het avondeten liggen we om kwart over acht al in onze slaapzak.
We zien na het opstaan in het ochtendzonnetje voor het eerst Mawenzi Peak (met 5.149 m hoogte de op twee na hoogste top in Afrika), welke richting we eerst opgaan, en ook de besneeuwde top van 'De Kili'. We stijgen deze ochtend naar 3.450 meter, naar Second Cave Camp, waar we ruim vier uur over doen. Soms gaat het even een stukje wat steiler, maar steeds prima te doen. We krijgen zelfs een
deels warme lunch, met soep, rauwkost, brood, kaas e.d. Na een zeer relaxte middag met lezen, luisteren naar de MP3-speler e.d. en het avondeten liggen we om kwart over acht al in onze slaapzak.
Dag 3
Op deze dag loopt het pad wat meer op en af, soms even met gebruik van handen om over stenen te klauteren. Onderweg zien we een elandantilope staan. We klimmen van 3.450 naar 3.850, maar zijn dan al even op 4.000 meter geweest. Ook deze etappe is weer goed te doen, een uur of vier lopen. Bij de lunch krijgen we tot onze verbazing zelfs friet en vleesspiesjes!
Op deze dag loopt het pad wat meer op en af, soms even met gebruik van handen om over stenen te klauteren. Onderweg zien we een elandantilope staan. We klimmen van 3.450 naar 3.850, maar zijn dan al even op 4.000 meter geweest. Ook deze etappe is weer goed te doen, een uur of vier lopen. Bij de lunch krijgen we tot onze verbazing zelfs friet en vleesspiesjes!
Het landschap is intussen geleidelijk veranderd van het bos op de eerste dag naar meer droog, rotsachtig terrein met heide, bloemen en struikjes en grassen.
En 's middags is er weer tijd om te ontspannen, hetzij in een stoel, hetzij met een boek in een bergbeekje.
Dag 4
We bereiken we ons kamp aan de voet van Mawenzi Peak, gelegen bij een klein meertje: Mawenzi Tarn Campsite blijkt een toplocatie. Het ligt op zo'n 4.330 meter, maar vandaag zijn we al even de 4.500 gepasseerd. Hier is het goed toeven, uit de wind, prachtig uitzicht, dus we genieten enorm. Dat geldt ook weer voor het eten, waar zelfs passievrucht, avocado en ander fruit aan te pas komt en 's avonds Boeuf Stroganoff met rijst. Waar we rekenden op geïmproviseerde maaltijden en wat biscuitjes, krijgen we complete driegangen menu's!
Overigens heeft niemand last van serieuze verschijnselen die bij hoogteziekte horen. We gebruiken
allemaal Diamox om dat tegen te gaan, zonder dat we last hebben van bijwerkingen. Verder hebben we gekozen voor een dag extra om de klim wat meer geleidelijk te doen en de kans op succes te vergroten. Wel merken we steeds meer dat we op serieuze hoogte komen, als we onder het lopen wat water drinken of een kort tussensprintje moeten doen, ervaren we dat er veel minder zuurstof is.
We bereiken we ons kamp aan de voet van Mawenzi Peak, gelegen bij een klein meertje: Mawenzi Tarn Campsite blijkt een toplocatie. Het ligt op zo'n 4.330 meter, maar vandaag zijn we al even de 4.500 gepasseerd. Hier is het goed toeven, uit de wind, prachtig uitzicht, dus we genieten enorm. Dat geldt ook weer voor het eten, waar zelfs passievrucht, avocado en ander fruit aan te pas komt en 's avonds Boeuf Stroganoff met rijst. Waar we rekenden op geïmproviseerde maaltijden en wat biscuitjes, krijgen we complete driegangen menu's!
Overigens heeft niemand last van serieuze verschijnselen die bij hoogteziekte horen. We gebruiken
allemaal Diamox om dat tegen te gaan, zonder dat we last hebben van bijwerkingen. Verder hebben we gekozen voor een dag extra om de klim wat meer geleidelijk te doen en de kans op succes te vergroten. Wel merken we steeds meer dat we op serieuze hoogte komen, als we onder het lopen wat water drinken of een kort tussensprintje moeten doen, ervaren we dat er veel minder zuurstof is.
Dag 5
We hebben vandaag een langere tocht voor de boeg: een kleine zes uur naar Kibo Hut, de laatste
overnachtingsplek voor de slotklim, gelegen op 4.700 m. Kennelijk hebben wij de vaart er goed in, waardoor we al na vier uur en een kwartier daar aankomen. Het is een kaal landschap, dat voor het overgrote deel uit rotsen bestaat. Het desolate gevoel wordt nog versterkt door de restanten van een twee jaar eerder neergestort vliegtuigje waar we langskomen. We eten al om 17.00 uur, spaghetti met
groentensaus, want we gaan om 18.00 'slapen' omdat we om 23.00 er weer uit moeten.
We hebben vandaag een langere tocht voor de boeg: een kleine zes uur naar Kibo Hut, de laatste
overnachtingsplek voor de slotklim, gelegen op 4.700 m. Kennelijk hebben wij de vaart er goed in, waardoor we al na vier uur en een kwartier daar aankomen. Het is een kaal landschap, dat voor het overgrote deel uit rotsen bestaat. Het desolate gevoel wordt nog versterkt door de restanten van een twee jaar eerder neergestort vliegtuigje waar we langskomen. We eten al om 17.00 uur, spaghetti met
groentensaus, want we gaan om 18.00 'slapen' omdat we om 23.00 er weer uit moeten.
Dag 6
De tocht naar de top begint rond middernacht, dus meteen aan het begin van de zesde dag. Na kort daarvoor nog een 'ontbijt' te hebben gegeten, schuifelen we in het donker met hoofdlampjes op naar boven. Het is helder, een graad of 5 à 6 onder nul en het pad loopt zigzaggend de vrij steile wand op. We zijn stil, ons concentrerend op onze voetstappen.
Na ongeveer drie kwartier dienen zich voor Johan de eerste verschijnselen aan van wat een onomkeerbaar proces zal blijken: een hypo. In de anderhalf uur daarna daalt het energieniveau in zijn spieren in een soort vrije val naar het minimum, waardoor hij het moeilijke besluit moet nemen om te keren. Begeleid door een van de gidsen is hij tegen half vier weer in het kamp terug.
De rest gaat door en bereikt in eerste instantie rond zonsopgang Gilman's Point, op de kraterrand gelegen, om anderhalf uur later het einddoel te halen: Uhuru Peak, het hoogste punt van Afrika met 5.895 meter. Er worden vele foto's gemaakt en na een klein uur boven te zijn geweest (waarin Job ook nog eens Sandra ten huwelijk vraagt!) wordt de afdaling weer ingezet naar het kamp bij de Kibo hut.
Daar is maar anderhalf de tijd om te eten, de spullen te pakken en even bij te komen, want er moet
deze middag nog ongeveer 10 kilometer worden afgedaald, naar de Horombo Hut op 3.700 meter, waar ons laatste overnachtingskamp is. We lopen in een klein 3½ uur naar beneden en gaan allemaal vroeg slapen.
De tocht naar de top begint rond middernacht, dus meteen aan het begin van de zesde dag. Na kort daarvoor nog een 'ontbijt' te hebben gegeten, schuifelen we in het donker met hoofdlampjes op naar boven. Het is helder, een graad of 5 à 6 onder nul en het pad loopt zigzaggend de vrij steile wand op. We zijn stil, ons concentrerend op onze voetstappen.
Na ongeveer drie kwartier dienen zich voor Johan de eerste verschijnselen aan van wat een onomkeerbaar proces zal blijken: een hypo. In de anderhalf uur daarna daalt het energieniveau in zijn spieren in een soort vrije val naar het minimum, waardoor hij het moeilijke besluit moet nemen om te keren. Begeleid door een van de gidsen is hij tegen half vier weer in het kamp terug.
De rest gaat door en bereikt in eerste instantie rond zonsopgang Gilman's Point, op de kraterrand gelegen, om anderhalf uur later het einddoel te halen: Uhuru Peak, het hoogste punt van Afrika met 5.895 meter. Er worden vele foto's gemaakt en na een klein uur boven te zijn geweest (waarin Job ook nog eens Sandra ten huwelijk vraagt!) wordt de afdaling weer ingezet naar het kamp bij de Kibo hut.
Daar is maar anderhalf de tijd om te eten, de spullen te pakken en even bij te komen, want er moet
deze middag nog ongeveer 10 kilometer worden afgedaald, naar de Horombo Hut op 3.700 meter, waar ons laatste overnachtingskamp is. We lopen in een klein 3½ uur naar beneden en gaan allemaal vroeg slapen.
Dag 7
Deze laatste dag staat de afdaling naar de Marangu gate op het programma. Het landschap aan deze kant van de berg is totaal anders dan de veel drogere noordoostkant. Vooral het laatste deel loopt door een heus tropisch regenwoud, met veel enorme bomen, beekjes, watervallen, veel korstmossen, modderige paden en af en toe een paar apen. De tocht is ruim 20 km lang, waar we zo'n zes uur
over doen. Na de gate wordt onze aankomst geregistreerd en krijgen we wat te drinken en eten en krijgen degenen die de top hebben gehaald het bijbehorende certificaat uitgereikt door onze hoofdgids. De hele groep is het erover eens dat de crew fantastisch was en we belonen hen dan ook met een
dankwoord en goede fooien voor hun inspanningen. Ook zijn we unaniem in ons oordeel dat Rongai een heel goede keuze is geweest. We nemen afscheid van het begeleidingsteam en worden in de safariauto opgehaald om ons Tanzania-avontuur te vervolgen met safaris en een strandverblijf op het eiland Zanzibar. We zijn alle zes van mening dat dit echt een 'once-in-a-lifetime-experience' was, die
alle voorbereiding en inspanning meer dan waard is geweest!
Deze laatste dag staat de afdaling naar de Marangu gate op het programma. Het landschap aan deze kant van de berg is totaal anders dan de veel drogere noordoostkant. Vooral het laatste deel loopt door een heus tropisch regenwoud, met veel enorme bomen, beekjes, watervallen, veel korstmossen, modderige paden en af en toe een paar apen. De tocht is ruim 20 km lang, waar we zo'n zes uur
over doen. Na de gate wordt onze aankomst geregistreerd en krijgen we wat te drinken en eten en krijgen degenen die de top hebben gehaald het bijbehorende certificaat uitgereikt door onze hoofdgids. De hele groep is het erover eens dat de crew fantastisch was en we belonen hen dan ook met een
dankwoord en goede fooien voor hun inspanningen. Ook zijn we unaniem in ons oordeel dat Rongai een heel goede keuze is geweest. We nemen afscheid van het begeleidingsteam en worden in de safariauto opgehaald om ons Tanzania-avontuur te vervolgen met safaris en een strandverblijf op het eiland Zanzibar. We zijn alle zes van mening dat dit echt een 'once-in-a-lifetime-experience' was, die
alle voorbereiding en inspanning meer dan waard is geweest!